De Brick B is een bruin-rode (Aubergine red frozen) vormbaksteen vervaardigd volgens de Wasserstrich-methode. Hij draagt zowel ons Hand-Made als het ECO-7-size-label. Ons Hand-Made label staat garant voor een krachtige, natuurlijke nuance. De onbezande Brick B draagt ook het ECO-7-size-label omdat hij ten opzichte van een klassiek waalformaat 7 cm diep is in plaats van 10 cm. Door de toevoeging van mineralen tijdens het productieproces krijgt deze gevelsteen een unieke oppervlaktetextuur.
Het project ligt middenin een bouwblok in de Confortawijk en bevat een passief kinderdagverblijf, een ondergrondse parkeergarage en zeven passiefwoningen met een groot terras op het dak en vier compacte kleinere woningen. Middenin het bouwblok ligt een grote langwerpige tuin.
Op een voormalige brouwerijsite in de kern van Sint Gillis Dendermonde bouwt CAW Oost-Vlaanderen een kantoorgebouw met eerstelijnsopvang en 16 units voor kort-verblijf.
Het voormalige gebouw aan Hackney Road 312 was een door de oorlog beschadigd rijhuis – het laatste in de rij. Het was aan de buitenkant verstevigd en aan de binnenkant gestut. Jarenlang bevond het zich in die staat om instorting na bomschade tijdens de Tweede Wereldoorlog te voorkomen.
Lees verder
Kwalitatief en mooi metselwerk nastreven, begint bij het opslaan van de aangevoerde stenen. De pakken worden geplaatst op een droge ondergrond, en beschermd tegen regen en opspattend vuil.
De gevelstenen worden vervaardigd uit de natuurlijke grondstof klei. Dit houdt in dat er tussen de opeenvolgende producties van eenzelfde steensoort kleur en maatverschillen mogelijk zijn.
Dit kan zo veel mogelijk vermeden worden dankzij volgende voorzorgsmaatregelen:
Een dichte kopvoeg resulteert in een betere lucht- & vochtdichtheid van het buitenspouw blad. Hierdoor beperkt men dus ook de warmtedoorlaatbaarheid.
Na verharding van de mortel verwijdert men eerst de grootste morteldelen met een borstel (geen staalborstel). Daarna de gevel reinigen met zuiver water, al dan niet onder hoge druk of een zachte borstel. Vermijd een puntstraal en bewaar voldoende afstand om aantasting van de oppervlaktetextuur en -kleur te vermijden.
Resterende vlekken kunnen eventueel verwijderd worden met een chemisch product geschikt voor het verwijderen van cementsluier. Vermijd steeds producten op basis van zoutzuur. Deze kunnen de kleur van de stenen en voegvulling aantasten. Vooraleer de gevelstenen met een chemisch product te behandelen, steeds een test doen op niet-verwerkte materialen of een beperkt niet-zichtbaar oppervlak en steeds na inwinnen van technisch advies van de leverancier. Het kan nodig zijn de behandelingen te herhalen om alle mortelresten te verwijderen.
Baksteenmetselwerk wordt soms ontsierd door witte uitslag. Deze uitslag wordt veelal veroorzaakt doordat er gemetseld is onder ongunstige weersomstandigheden. Vaak worden vanwege een strakke planning en een hoog bouwtempo niet de noodzakelijke beschermende maatregelen getroffen. Onder zeer vochtige omstandigheden kunnen in water oplosbare stoffen aanleiding geven tot uitslag op het oppervlak. In zowel het voor- als najaar kunnen na een vochtige periode (als het metselwerk weer opdroogt) de oplosbare stoffen als gevolg van vochttransport naar het oppervlak komen. Na verdamping van het water blijft een witte uitslag achter. (Bron: Uitslag op baksteenmetselwerk - Heidelberg Cement Group)
Enige uitslag op metselwerk kan altijd optreden. Er bestaat tot op heden geen enkele gevelsteen die in combinatie met een bepaalde mortel en of voegspecie gegarandeerd uitbloeiingsvrij is.
Wel kan men bepaalde eenvoudige voorzorgsmaatregelen nemen die het gevaar van uitbloeiingen minimaliseren (om sterke bevochtiging van vers metselwerk tegen te gaan):
1) Om een zo homogeen mogelijk beeld te bekomen moeten de stenen voor het verwerken correct gemengd worden. Dit wil zeggen, verticaal afstapelen en minstens 5 verschillende pakken tegelijk verwerken.
2) De aanwezige brandvlekken maken deel uit van het beoogde resultaat. Om de nuance ten volle te verkrijgen dienen ze naar de zichtzijde van het gevelparement gedraaid te worden.
3) Vanwege de kleurnuances die kunnen voorkomen tussen de verschillende zichtzijden van één steen kan men door het draaien van de stenen meer of minder nuance bekomen. Door de lichtste strekken naar de zichtzijde van het gevelparement te draaien zal men de krachtigste nuance bekomen.
4) De donkerste stenen, al dan niet met brandvlekken, hebben vaak de meeste kromming. Deze stenen kan men indien nodig het best verwerken door ze te verzagen als passtukken. Indien deze stenen niet verwerkt worden in het gevelparement zal dit de nuance afzwakken.